vrijdag 29 oktober 2010

Nemo

Mijn dochter wilde vandaag met mij naar Nemo, het grootste science centre van Nederland. Ik was daar dus nog nooit geweest, misschien omdat ik bang was dat het tegen zou vallen. Of omdat ik de entreeprijs te hoog vond. Er is niet veel voor nodig om mij af te schrikken van iets dat wellicht een tikkeltje middle-of the-road is.

Het was de laatste dag van de herfstvakantie, en het was dus erg vol, in Nemo. Overal waren linten uitgezet, om het toegestroomde publiek zigzaggend naar de publiekstrekkers (de kassa's, de koffiebar) te organiseren. Ik vind dat een bezwaar, die volte. Ik heb, met mijn hooggevoelige gezinsleden, recht op volheidskorting, vind ik. En ik vind het ook raar dat er een vriendelijke medewerker van Nemo bij een kunstwerk dat eruitziet als een klimrek, vlakbij de koffiebar met de linten, tegen de klimmende kinderen zegt: dit is geen klimrek. Nemo is toch geen Magritte-museum?

Ik vind het ook raar dat medewerkers van de UvA gratis bij Nemo naar binnen mogen, maar medewerkers van de HvA (ikke!) - hetzelfde bedrijf: de HvA en de UvA hebben één college van bestuur - alleen maar korting krijgen. En ik vind het raar dat de met ongelofelijk veel aplomb aangekondigde kettingreactie eigenlijk zo sullig was, in vergelijking met vele andere. Maar ik vond het erg lief wat mijn dochter (negen jaar) de allerleukste attractie vond: een tafel met tekenpapier en stiften.

donderdag 28 oktober 2010

lassen


Elke maandagavond ben ik in een ongelofelijk laag tempo in het atelier van mijn vader nog steeds bezig om verder te bouwen aan de fuseekogels, uit de spullen die ik daar aantref. Eergisteren sprak ik J, die betoogde dat het inmiddels wetenschappelijk is aangetoond dat 20% van de mannen, net als 80% van de vrouwen, succes niet afmeet aan bereikte doelen, maar aan de gelukkige wandeling, misschien op weg naar een doel. Ik ben gewoon op een heel mannelijke manier tevreden dat ik inmiddels echt een stuurmechanisme heb gefabriceerd, maar inderdaad, het eraan werken en erover nadenken was leuk. Succesvol, zeg maar.

Het grootste succes vind ik dat ik mezelf heb leren lassen, of wat daarvoor doorgaat. Booglassen met de beklede elektrode, om precies te zijn. Een lasapparaatje kost maar 300 euro en ik was er bij toen mijn vader, na een kort gesprekje met een toevallige passant tijdens een uitstapje in Deventer, een doos vol laselektrodes in zijn handen gedrukt kreeg. Verder trekt het wat stroom, maar het hoeft dus niet veel te kosten, zelf lassen.

Toen ik enige tijd geleden een houtkachel ging uitzoeken wilde ik meer weten over de houtkachel die ook het water opwarmt voor de cv. Die kachels bestaan namelijk, maar zijn vreselijk duur, omdat opgewarmd water volgens de wet levensgevaarlijk is. Dit keer niet vanwege de legionella, maar vanwege het explosiegevaar als water verandert in stoom. Zoals wanneer de fluit van de fluitketel verstopt is. Zo'n houtkachel is bijvoorbeeld zo duur omdat er door het stoomwezen - of zijn opvolger - zeer strenge eisen gesteld worden aan de kwaliteit van de lasnaden van het waterreservoir. Alleen gecertificeerde lassers mogen die lassen leggen, wat ik nu dus kan: staal (ongecertificeerd) laten smelten (1350 graden Celsius!)

dinsdag 26 oktober 2010

hulp aan dieren

Gisteren stond er bij de uitgang van mijn supermarkt een stalletje, waarop folders lagen uitgespreid en waarvoor twee vrijwilligers stonden die hoopvol naar de supermarktklanten keken. Ze waren van de Nederlandse Stichting voor de Hulp aan Dieren. Ze wilden mij graag een abonnement op liefdadigheid verkopen. Ik wil geen abonnement, maar dat was de enige optie volgens de vrijwilligers van de NSHD, omdat van de tien euro die ik eenmalig zou schenken, sowieso acht euro in de papierwinkel terecht zou komen. Ik heb niet gevraagd hoeveel er in de papierwinkel terechtkomt als ik een abonnement nam.

De vrijwilligers van de NSHD vonden de vijfhonderd nieuwe animal cops nog lang niet genoeg om het dierenleed te bestrijden. Het is inderdaad geen prettig gezicht, iemand die met een honkbalknuppel dreigt de hersens van een ezel in te slaan, zoals afgebeeld op een wervende foto van de NSHD.

Het kan niet missen of er zijn al heel veel grappen gemaakt over animal cops en over het dierenalarmnummer 113. Moet ik 113 bellen als ik bij de vleesafdeling van Albert Heijn sta? Of als mijn buurman zijn gevel laat bewerken met een middel dat spinnen doodt? Mijn dochter had laatst weer hoofdluis, ...

maandag 25 oktober 2010

horigheid


Uiteindelijk heb ik het boek over slavernij nog steeds niet uitgelezen. De strekking ervan is me duidelijk: er zijn erg veel mensen op de wereld die gedwongen worden werk te doen waarvoor ze niet betaald krijgen. Veel van deze slaven werken voor een baas nadat ze misleid zijn. Die baas heeft bijvoorbeeld verteld dat in een ander land de arbeidsperspectieven veel mooier zijn dan thuis, vooral in de horeca. En in dat andere land aangekomen blijkt horeca een eufemisme te zijn voor bordeel. Of een baas leent aan een klein kind enkele muntstukken, die alleen met woekerrente terugbetaald kunnen worden door arbeid te verrichten in een mijn.

Dit is allemaal vreselijk lullig, en het is niet mijn bedoeling om dit goed te praten, maar volgens mij is dit toch niet precies slavernij. Volgens mij is dit een lichte vorm van slavernij, het eveneens weerzinwekkende systeem van de horigheid. Als horige lijk je vrij, maar ben je dat niet juist door de misleiding.

Ik moet daar wel eens aan denken als ik studievoorlichting sta te geven.

vrijdag 22 oktober 2010

momentlijn

Ik dacht met statica een waardevrij vak te doceren. Ik vind het belangrijk om les te geven in iets waarvan ik denk dat het waardevrij is. Daarom wil ik dit jaar ook geen marketing meer geven, omdat ik het doel - winstmaximalisatie - en het middel - marktsegmentatie - allebei verwerpelijk vind. Het doel van statica is constructies begrijpen; één van de middelen is de momentlijn. Niks mis mee, dacht ik. Maar toch, ...

De momentlijn is een grafiek, die op elke plek in een rechte balk aangeeft hoe groot het risico is dat de balk dáár kapot gaat. Dat risico is meestal op één plek het grootste, en de dikte van de balk wordt dan dus afgestemd op dat grootste risico.

Dit impliceert dat het handig is om te construeren met rechte balken. De statica zelf geeft geen argumenten waarom rechte balken goed zijn. Het is alleen dat een rechte balk heel makkelijk te maken is: een koudgewalste, blankgetrokken, of geëxtrudeerde, op grote industriële schaal vervaardigde metalen balk. Een onuitputtelijke grondstof, ... van wegwerpmateriaal. In constructies met rechte balken is vijftig procent van het materiaal overbodig.

donderdag 21 oktober 2010

moed en verbondenheid


Elke nacht om één uur stommelt mijn zoon de trap af, om bij zijn ouders in bed te komen liggen. Hij komt dan tegen mij aanliggen en slaapt direct weer in. Hij heeft aangekondigd dat hij, als hij een tiener wordt, hij hiermee gaat ophouden. Ik vind dat jammer, want ik ben er erg aan gehecht geraakt om elke nacht tegen mijn zoon aan te slapen. Dat is goed voor mij.

Dat is goed voor mij: doordat hij tegen mij aanligt, wordt bij mij - en bij hem - het hormoon oxytocine aangemaakt. Oxytocine maakt dat ik me - en hij zich - vertrouwd en verbonden voel(t) en daardoor dat ik me - en hij zich - minder snel terugtrek(t). Oxytocine maakt dus moedig.

Moed en verbondenheid. Het staat nergens beschreven, maar volgens mij leveren moed en verbondenheid creativiteit op. Wat oxytocine doet wordt gemeten door het hormoon met neusspray via de neus van proefpersonen in te brengen. Wat ik een nogal omslachtige methode vind, als je het ook zelf kunt aanmaken door dicht bij elkaar te kruipen. Een creatieve ruimte is dus vooral een kleine ruimte.

dinsdag 19 oktober 2010

Jill Bolte Taylor

Inmiddels is mijn logje van 29 april 2010, de populairste post van mijn blog, een week uit de lucht, dus ik kan evalueren wat dat heeft opgeleverd. Hij staat er weer, inclusief het commentaar. Door de korte vakantie van dit bericht ontdekte ik hoe belangrijk ik het vind om hier gezien te worden. Dat mijn populariteit, te zien aan een staafdiagram op internet, mijn humeur beïnvloedt. De volgende stap is dat ik ga toegeven dat ik eigenlijk filmster wil zijn.

Vervolgens ontdekte ik dat mijn blog gevonden wordt door mensen die op zoek zijn naar uitleg (Hoe draai ik de wielmoeren van een Toyota Aygo aan? Wie is eigenlijk Reynolds?) en door mensen die op zoek zijn naar mooie plaatjes (Mijn post blote meisjes is, naast Joost Conijn, ook tamelijk populair).

Ik heb hiervan geleerd dat het een niet zonder het ander kan. De leukste - en daarmee polulairste - post is er een met tekst (voor de uitleg) en een plaatje (voor de aesthetiek). Sterker nog: zonder plaatjes werd dit blog hard en zwaar op de hand. De ban die ik over plaatjes uitsprak heeft ervoor gezorgd dat ik vreselijk radicaliseerde, hier. Het is dus beter voor iedereen als ik plaatjes gebruik. Met Jill Bolte Tayor zeg ik: zingen en plaatjes kijken, zodat beide hersenhelften geactiveerd worden.

maandag 18 oktober 2010

zeven vierkante kilometer

Ik ga om met mensen die intelligent zijn en tamelijk overtuigd vertellen dat het kapitalisme op het punt staat ten onder te gaan. Ik vind het leuk om daarover mee te denken. Ik vind dat leuk als iets dat heel vanzelfsprekend lijkt opeens een denkfout blijkt te zijn. Dat is ontwikkeling, En ontwikkeling is goed.

Okee, het kapitalisme gaat ten onder. Maar wat dan? Ik vind het toch ook wel fijn om, als ik mijn actieve bijdrage lever aan het ontmantelen van het kapitalisme, te weten wat dat dan oplevert. Zou dat bijvoorbeeld kunnen opleveren dat niemand meer onvrijwillig dakloos is, terwijl er zeven miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg staat?

Dat de dingen leeg komen te staan is een soort luiigheid. Het huis dat wij voor onszelf gebouwd hebben is eigenlijk te groot. Drie van de negen kamers die we tot onze beschikking hebben zijn niet meer in gebruik, en alleen omdat het licht het er niet meer doet. De lamp ging een keer kapot, weet je.

vrijdag 15 oktober 2010

bank

Mijn zoon gedraagt zich op een manier die door deskundigen bestempeld is als 'voorlopig klassiek autistisch'. Voorlopig, omdat hij tijdens de test nog te jong was om het definitief vast te stellen. De diagnose gold overigens voor onbeperkte tijd. Ik denk veel na over autisme, en regelmatig denk ik een nieuwe definitie gevonden te hebben. De definitie waar ik op dit moment erg tevreden over ben luidt: autisten zijn mensen die zichzelf slachtoffer maken van alles wat hen bedreigt.

Autisten doen dus niemand kwaad, alleen zichzelf. Het is hun enige keuze, doordat ze bang zijn voor ALLES. Aan hen kun je dus zien wat er allemaal beangstigend is in de wereld. Autisten zijn actievoerders van nature. Ze doen dat op een geweldloze manier, althans, ze wenden het geweld alleen op zichzelf aan.

Ik vind dat een mooie manier van actievoeren. Ik sympathiseer met de meeste actievoerders, om hun denkbeelden, maar hun acties vind ik eigenlijk nooit handig. Dit is de actie die ikzelf nu in gedachte heb, geïnspireerd door mijn zoon: ik wil weg bij de bank. Ik wil volledige controle over mijn geld, dat knispert in mijn handen. Ik moet dus aan mijn werkgever gaan meedelen dat ik mijn loon uitbetaald wil hebben in een loonzakje. En de auto parkeren in de stad, dat zal ook wel niet meer lukken. Of een boek kopen op bol.com, ...

donderdag 14 oktober 2010

snelwegen

Ziezo, er is een nieuwe kabinet. Ik heb, zeer lang geleden - vlak voor de verkiezingen - op het punt gestaan om op Mark Rutte te stemmen. Ik vond hem zo'n blije Haagse jongen, over wie ik bovendien uit onverwachte hoek hoorde dat hij zo goed in staat is om vertrouwen te geven en dat hij dwarsliggers zo charmant bij zijn ideeën betrekt. Ik stemde uiteindelijk, om veel slechtere redenen, op Mariko Peters van Groen Links.

Ik heb, met oppervlakkig zoeken, de tekst van het regeerakkoord nog niet gevonden, maar ik pikte wel ergens op dat één beleidspunt was, om haast te maken met veel nieuwe (snel)wegen. En nu ik toch in zo'n optimane stemming ben, probeer ik te bedenken wat er allemaal fijn is aan nieuwe snelwegen.

Ik vind nieuwe snelwegen best mooi. De nieuwe tienbaans A2 bijvoorbeeld vind ik royaal. Dat rijdt onverwacht lekker, op zo'n onbenepen weg. Ik ken een ontwerpbureau waar de ontwerpers uitzicht vanaf de snelwegontwerpen. Ook dat lijkt me, oppervlakkig beschouwd, best aardig werk. En ik ken een wegarbeider, in noord-Groningen. Iemand die 's nachts met een wals het afval van de olie-industrie (asfalt namelijk) over het land uitrijdt. Ik ben blij voor zijn dochter dat de werkgelegenheid van haar vader voor een tijdje gegarandeerd is.

dinsdag 12 oktober 2010

Joost Conijn (2)


In de toepassing blogger, waarin dit weblog geschreven wordt, kan ik kijken hoe populair ik ben, op het internet. Er blijken dagelijks gemiddeld 50 mensen naar dit blog te kijken. Dat vind ik leuk. Hallo allemaal! Ik kan ook zien welk logje het populairst is, en dat blijkt, met overmacht, het logje over Joost Conijn te zijn.

Blogger vertelt mij zelfs hoe dat komt: mensen die een afbeelding van Joost Conijn zoeken komen via Google op mijn blog terecht, doordat de foto die ik van hem jatte inmiddels, door al die Joost-Conijnfans die mijn blog bezoeken, hoger in de Google-ranking staat dan het origineel.

Terwijl ik vorige week door het Spieghel - een rijke wijk van Bussum - liep kreeg ik veel sympathie voor Robin Hood, die stal van de rijken. Stelen van de rijken, dat zou weer eens door iemand ter hand genomen moeten worden! Maar meeliften op de smalle schouders van Joost Conijn, dat wil ik niet. Logje 'Joost Conijn' van 29 april gaat een week uit de lucht. Kijken wat dat met mijn populariteit doet.

maandag 11 oktober 2010

waarom computers slecht zijn op zichzelf

Mijn geschiedenis met computers is een aaneenrijging van teleurstellingen. De computer heeft mijn leven diepgaand en onontkoombaar verarmd. Alle vaardigheden waarin ik als kind en als jongvolwassene uitblonk bleken waardeloos toen ik ze moest toepassen op een computer. Ik wijs niet graag een zondebok aan voor alles waarover ik in mijn leven ontevreden ben, maar als ik er dan toch toe gedwongen word, dan kies ik: de computer. Ik schrijf deze inleiding om duidelijk te maken dat mijn mening niet erg objectief is. Iemand die stelselmatig in elkaar geslagen is door iedereen die rode sokken draagt zal ook geen objectief verhaal meer kunnen schrijven over rode sokken.

Ik heb me afgevraagd of dingen slecht kunnen zijn op zichzelf, of dat dat uitsluitend van het gebruik afhangt. Een guillotine zou zodoende geen slecht ding zijn, als je 'm zou gebruiken om er aardappels mee te schillen, maar wel een slecht ding als je er toevallige passanten mee onthoofdt. Het lijkt dus zinvol om, als je per se de dingen slecht of goed wil noemen, te kijken met welk doel een ding is ontworpen. Omdat ik tegen de doodstraf ben, vind ik de guillotine een slecht product.

Inderdaad, bij een computer hangt het er helemaal af waarvoor je 'm gebruikt. Dit suggereert dat ik bij een computer een vrije keuze hebt hoe ik die wil gebruiken, maar helaas is dat niet zo. Ik heb wel een vrije keuze hoe ik de hardware (bijvoorbeeld de flipflops waaruit de processor is opgebouwd) gebruik. Maar omdat niemand dat kan, flipflops zo gebruiken, bestaat de computer ook uit software, die dat gebruik zou vergemakkelijken. Wat makkelijk is, wordt dus door de softwaremaker bedacht. Ik denk dat het principieel onmogelijk is om voor een ander te bedenken wat makkelijk is. Dit principe maakt dat computers per definitie slecht zijn, als het aan mij ligt.

vrijdag 8 oktober 2010

varen

Dagelijks fiets ik over een brug die met een elegante curve over het Amsterdam-Rijnkanaal heen zwaait. Er vaart altijd wel een boot, onder mij. Heel soms pleziervaart (een speedboot of een groot recreatieschip met vele zitplaatsen, een soort cruiseschip voor de binnenvaart), maar meestal beroepsvaart. Vrachtvervoer.

Ik heb twee soorten vrachtboten gespot: echte schepen, waarvan ongeveer 30% leeg is, en duwboten, die iets voor zich uit duwen. Wat zij voor zich uit duwen is vaak enorm groot, en altijd 'vol'. Heel soms zie ik een duwboot die niks duwt. Dat ziet er bespottelijk uit. Het lijkt het meest op een varend booreilandje. En het hangt altijd een beetje schuin naar voren, wat het extra belachelijk maakt. Achter dit zich voortspoedende ding spuit water omhoog, omdat deze duwboot zonder vracht altijd haast heeft. Om weg te komen bij iedereen die hem uitlacht, vermoedelijk.

Varen zonder vracht zal met een gewoon schip wel onvermijdelijk zijn, maar met een duwschip kan dat misschien wel anders opgelost worden. Anders, omdat dit niet okee is: een booreiland hoort niet te varen, en zeker niet op de topsnelheid die nu vaak gekozen wordt. Ik zou de duwboot op een vrachtwagen willen zetten: sneller, zuiniger. Goedkoper.

donderdag 7 oktober 2010

kraken

Toen een tijd geleden aangekondigd werd dat kraken helemaal verboden zou worden, vond ik dat nogal opmerkelijk. Ik vind kraken zoiets typisch Nederlands; nog Nederlandser eigenlijk dan tulpen en klompen, want tulpen en klompen hebben niets met de hedendaagse Nederlandse realiteit te maken. Ik vond het en hoop grootspraak, destijds. Kraken was toch nooit echt de bedoeling, net als marihuana roken. Nu lijkt het erop dat kraken toch inderdaad echt verboden is. Nou komt het: ik vind dat verontrustend!

Ik heb zelf alleen maar zijdelings gekraakt. Ik heb me in mijn nomadische twintigersbestaan effectief aan verschillende kraakpanden opgedrongen, en mijn verblijf daar is soms wekenlang getolereerd. Want zo bleek dat te werken: veel kraakpanden hadden ergens wel een achterdeur waar ik met de bewoners in contact kon komen, en als ik mijn situatie uitlegde, dan was er altijd wel ergens een logeerbed.

Kraakpanden zijn voor mij altijd een hoopvolle plek geweest. Als ik echt zou besluiten om me op een of ander manier uit de maatschappij te willen terugtrekken, dan kon dat in een kraakpand. Kijk, een kerk is wel leuk, maar daar kun je niet wonen. Ik ben een beetje wereldvreemd, hoor, maar zijn er echt mensen die last hebben van krakers? En waar moeten die zachtmoedige mensen - ik bedoel krakers - zich nu dan terugtrekken? In de Keukenhof misschien?

dinsdag 5 oktober 2010

stroomlijn

Mijn studenten zijn weer windmolens aan het ontwerpen. Dezelfde ideeën als vorig jaar komen op tafel, maar omdat deze oefening voor de tweede keer draait, reageer ik daar nu slimmer op, en het lijkt alsof de studenten er ook nu meer vanaf weten. De collectieve kennis en vaardigheden zijn blijkbaar vorig jaar het gebouw binnengebracht en hier achtergebleven. De rest van het stukje gaat ook over dit soort onverklaarbare tovenarij.

Een windmolen met twee wieken die om een vertikale as draait, heeft altijd één wiek waar de wind in blaast, en één wiek die tegen de wind in onderweg is naar de positie waarin er weer wind in geblazen kan worden (na deze zin haken vele lezers af). Die terugweg is vervelend, want tegen de wind in, dat is niet leuk. De wiek moet aan de achterkant dus een aërodynamische vorm hebben.

Ik vermoed dat sinds men weet dat lucht 'bestaat', iedereen denkt dat de meest aërodynamische vorm een punt is, waarmee de lucht in tweeën gesneden kan worden, om het voorwerp dat beweegt heen. Toch schijnt een bolle vorm veel aërodynamischer te zijn, wat ik maar raar blijf vinden. Het lijkt op een druppel, is de mythe. Een bolle harde vorm lijkt alleen op een (stilstaande) foto van een drupel. Een echte druppel beweegt; trilt, kolkt, stoomt. Ik denk dat mensen een totaal verkeerde perceptie hebben van wat lucht is. Lucht is niet een verzameling molekulen waar je een aërodynamische vorm doorheen moet laten snijden; lucht is een lichaam, dat trilt, kolkt en stoomt. Reik dat lichaam de hand, en het zal je helpen.

maandag 4 oktober 2010

makersfestival

Afgelopen vrijdag was het makersfestival, in Amsterdam Nieuw-West. Ik houd erg van Amsterdam Nieuw-West, althans, het Amsterdam Nieuw-West van ongeveer vijftien jaar geleden, toen het nog een openluchtmuseum was van verloren architectonische maakbaarheidsdromen. Nu staan er in Amsterdam Nieuw-West nog wel een hoop verloren architectonische maakbaarheidsdromen, maar daartussen staan inmiddels ook erg veel architectonische dromen van nu. Ik geloof dat de bedoeling daarvan is dat dat de samenhang van de buurt bevordert. Ik zie vooral nieuwe versnippering.

Hier was het makersfestival. Om ambachtelijkheid te vieren. Het festival zelf miste ik (dat was op vrijdag), maar de makersroute ging ik lopen, met mijn kinderen, die ik thuis had lekker gemaakt voor ambachtelijkheid. De makersroute was op zaterdag.

Allemachtig, wat is Amsterdam Nieuw-West groot! Drie kilometer om van de ambachtelijke ijsmakers bij de mevrouw die van koeienpoep papier maakt te komen. Ver lopen! Of eigenlijk: wat is ambachtelijkheid dungezaaid. Of eigenlijk: wat is het de organisatie slecht gelukt om de locale middenstand te overtuigen dat zij ook iets ambachtelijks doen om te laten zien op het makersfestival. Volgens mij is het niet zo hopeloos als het nu leek. Het moet toch mogelijk zijn om tegen willekeurig wie in Amsterdam Nieuw-West te zeggen: 'Oooooh! Dat is echt heel bijzonder, wat je daar gemaakt hebt!'

vrijdag 1 oktober 2010

buiten

Afgelopen woensdag was het stralend weer, en omdat ik op woensdag vrij was, was ik soms ook buiten. Ik fietste langs twee mannen die van gemeentewege een heg aan het scheren waren. En ik zwoegde, onbetaald, op de fiets, op weg naar de supermarkt. Ik was jaloers op die mannen van gemeentewegen, omdat ze zo onbeperkt en tegen betaling buiten aan het werk waren. Is er eigenlijk een reden waarom ik niet, zoals mijn Utrechtse collega R, bij mooi weer de contacturen met de studenten buiten laat plaatsvinden?

De reden waarom ik geen spontane buitenlessen organiseer is, dat het wel een hoop gedoe is. Al die stoelen in de lift, en waar haal ik een schoolbord vandaan? Hoe maak ik mezelf verstaanbaar in de beroerde akoestiek onder ruisende bomen? Bovendien is de de illusie van de computer, die onmisbaar is om mijn vak uit te oefenen.

Dat het onderwijs gediend zou zijn met computers is echt een illusie. Ik richt nu het woord tot Erik de Jong (die vaak heel betrokken op dit blog reageert - wat ik erg waardeer -), nadat hij op een youtube-kanaal ook het woord tot de kijkers richt. Wij zijn geen wetenschappers, maar wij vrezen dat wij even moeilijk het nieuwe kunstje leren als zij. Wij zijn namelijk docenten, en docenten zijn vrije jongens. Dat betekent dat wij elk systeem dat onze autonomie in gevaar brengt opzettelijk zullen fucken. En als dat systeem uit de computer komt, dan fucken wij de computer. Fuck de computer!